Verslag dendrochronologisch onderzoek van archeologisch hout van onder een stadsmuur
1. Theoretische achtergrond van dendrochronologie
Inleiding
Dendrochronologie is een dateringsmethode voor hout die gebaseerd is op meting van de diktes van de
achtereenvolgende jaarringen. Deze methode is gebaseerd op de volgende drie principes:
- Het dikker worden in de loop van de tijd verloopt voor jaarringvormende bomen niet gelijkmatig, maar volgt een historisch eenmalig patroon van wisselende jaarringdiktes.
- Indien de grafische weergaves van de jaarringdikte-patronen van twee bomen, die van de zelfde soort zijn en uit hetzelfde klimaatgebied stammen, in de juiste positie over elkaar heen worden geprojecteerd, is er in de regel een statistisch aantoonbare correlatie waarneembaar in het groeiverloop van deze twee bomen. Deze correlatie wordt in de dendrochronologie synchronisatie genoemd.
- Chronologisch juist over elkaar heen geprojecteerde vergelijkbare jaarringcurven kunnen tot een zogenaamde middelingscurve worden verenigd, en door overlapping van verschillende jaarringcurven uit verschillende periodes kan een ver in de tijd terugreikende middelingscurve worden opgesteld. Er wordt gesproken van een standaardcurve indien er sprake is van een meestal ver terugreikende (of in het verleden liggende) middelingscurve van een groot aantal overlappende jaarringcurves uit hetzelfde klimaatgebied.
Bij het dendrochronologisch dateren wordt het tweede principe in feite andersom toegepast. Indien namelijk de jaarringcurve van een bepaald houtmonster synchroniseert met een eerder opgestelde en gedateerde middelingscurve, dan is daarmee de laatste jaarring van dat monster op het jaar nauwkeurig gedateerd.
Werkwijze
Om een monster te kunnen dateren moeten eerst de jaarringdiktes worden gemeten. Om de jaarringen zichtbaar te maken wordt het te meten vlak van het monster glad afgesneden met een scalpel. De metingen worden verricht met hulp van een microscoop met een geijkte meetschaal; hiermee worden de ringen op de honderdste millimeter nauwkeurig ingemeten.
De meetwaarden worden vervolgens getransformeerd tot logaritmische en gestandaardiseerde waarden. De grafiek van een monstercurve wordt hierdoor "afgeplat" zodat grote verschillen in ringdiktes in dezelfde grafiek zijn af te beelden als kleine variaties. Deze transformaties leveren een grafiek op die veel beter visueel te analyseren is dan de ongetransformeerde monstercurve, zonder dat er informatie verloren gaat. Ook wordt de monstercurve "rechtgetrokken", waardoor wordt gecorrigeerd voor het relatief steeds dunner worden van jaarringen naarmate de boom ouder wordt. De resultaten van deze beide transformaties worden als grafiek afgedrukt. Tevens worden de meetwaarden geschikt gemaakt voor statistische analyse.
| 2 |
's-Hertogenbosch, 23 mei 2000